In het jaar waarin de Efteling haar zestigste verjaardag viert kwam Hans Christian Andersen's De Nieuwe Kleren van de Keizer naar het Sprookjesbos. Het nieuwe tafereeltje verrees in het tot voor kort lege bosgebied tussen Assepoester en het Meisje met de Zwavelstokjes. Het sprookje werd op 8 november 2012 geopend voor het publiek.
Nadat in het voorjaar van 2011 de plannen voor het sprookje werden gepubliceerd werd al snel een begin gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden. In juni van dat jaar kwam het nieuws dat de bouw toch voorlopig uitgesteld zou worden: de Efteling zou met onder meer Polles Keuken en Aquanura al genoeg bouwprojecten op haar bordje hebben. In het voorjaar van 2012 werden de werkzaamheden aan het sprookje hervat. Bijna volledig buiten het zicht van de bezoeker bouwde de Efteling sindsdien aan haar nieuwste creatie.
Met De Nieuwe Kleren van de Keizer kreeg het Sprookjesbos er een klassiek buitensprookje bij in de traditie van het optrekje van de Tuinman en de Fakir. In tegenstelling tot dit sprookje is de Nieuwe Kleren van de Keizer voorzien van een vertelling op rijm, ingesproken door conferencier Paul van Vliet. De vertelling die de eerste weken na opening te horen was werd ingesproken door Toos van de Voorde-Verdult, die eerder de ontroerende vertelling voor het Meisje met de Zwavelstokjes insprak. De aanpassing aan de vertelling van de Nieuwe Kleren van de Keizer kwam vrij onverwacht op 13 december en werd door de Efteling gebracht als een 'speciaal cadeau' aan Paul van Vliet ter gelegenheid van zijn 20-jarige ambassadeurschap van UNICEF.
In de uitbeelding van de Efteling paradeert de keizer in zijn nieuwe, naakte outfit door de paleistuin, geflankeerd door hofdames en lakeien. De fontein in de voorgrond verbergt op het juiste moment de keizelijke edele delen. De achtergrond van het schouwspel wordt gevormd door barokke gevels, een suggestie van het keizerlijke paleis. Rechts zien we een theehuis, met achter de ramen een digitaal schimmenspel, dat de kleermakers uitbeeldt die druk in de weer zijn met naald en draad. Op het dak van het theehuis staat een glanzende gouden theepot.
Aan de achterzijde van het sprookje is een overkapping gebouwd, een remise die de keizerlijke stoet 's nachts en tussen de voorstellingen door kan beschermen tegen weer en wind.
Het sprookje werd ontworpen door Pim-Martijn Sanders.
Hans Christian Andersen
Hans Christian Andersen schreef De Nieuwe Kleren van de Keizer in 1837, waarbij hij zich baseerde op een iets pikantere volksvertelling uit Spanje. Andersen's De Nieuwe Kleren van de Keizer werd tezamen met Het Meisje met de Zwavelstokjes gepubliceerd in het derde deeltje van Eventyr, Fortalte For Børn, een collectie van sprookjes voor kinderen.
Een groter contrast is haast niet denkbaar. Waar het Meisje met de Zwavelstokjes appelleert aan droevige sentimenten, christelijke redding en een schuldgevoel over andermans armoe, kenmerkt de De Nieuwe Kleren van de Keizer zich juist door een reusachtige hoeveelheid vrolijkheid en heerlijk leedvermaak!